"Get your shit together"

6 juni 2017 - Santa Cruz de la Sierra, Bolivia

Ik moet bekennen dat ik de laatste tijd niet zoveel meer van mij heb laten horen. Dit heeft een goede reden; namelijk laksheid. Dit betekent uiteindelijk ook dat ik meer heb om over te schrijven nu. Vandaar dat dit verslag wat langer zal zijn *wegklikken kan rechtsboven*. Ik nader alweer de helft van mijn reis. Geografisch gezien mooi uitgerekend want ik bevind mij nu in Santa Cruz (Bolivia), deze stad ligt precies in het midden van Zuid-Amerika. De stad waar ik toch ben van gaan houden, hierover later meer.
Ik pak het verslag op waar ik de laatste keer ben gebleven; in Salta. Salta is een plaatsje in de gelijknamige provincie in het Noorden van Argentinië. Het ligt dicht tegen het Andesgebergte waardoor de omgeving zich prima verleent om rond te rijden en te genieten van de vele kleurrijke bergen. Vele toeristen huren een auto en verkennen zo het gebied. Hier komt dan gelijk een probleem als je alleen reist; kosten kunnen nogal oplopen als je dit alleen wilt doen. Ook is het niet vanzelfsprekend dat je iemand vind met wie je eventueel de kosten kan delen. In mijn geval had ik dus te maken met het laatste, waardoor ik twee dagen gebonden was aan het stadje zelf. Dat was niet erg. Salta is erg mooi en kenmerkt zich door de haast sprookjesachtige kerken die er te vinden zijn. Ook heb ik het MAAM museum bezocht waar je wat meer inside-informatie krijgt over de oorspronkelijke bewoners van dit gebied; de Inca’s, en met een focus op de kind offers die ze brachten voor geluk en voorspoed. Tevens is er een archeologische vondst van een Inca kind tentoongesteld. Sta je dus even oog in oog met dood kind wat ergens best luguber is. De volgende dag heb ik de naastgelegen berg Cerro San Bernardo beklommen. Naar boven koste aardig wat moeite, maar gaf wel een mooi panoramisch zicht over Salta. Toen ik weer beneden was stonden mijn kuiten letterlijk te trillen. Bleek ik ook nog wat vergeten te zijn boven, dus ik al die treden weer omh… Haha nee, benen gestrekt daarna. Voor de volgende ochtend de wekker om 6uur gezet. Na ongeveer precies een maand verlaat ik Argentinië en rijd ik naar San Pedro de Atacama in Chili. De busreis hiernaartoe is idyllisch, recht door de bergen met vele mooie uitzichten. Normaal pak ik een nachtbus omdat je dan ook weer wat bespaart op een overnachting, maar voor deze trip maakte ik een uitzondering. En had ik uiteindelijk toch (zonder het huren van een auto) de omgeving gezien. Aangekomen in San Pedro zaten mijn oren compleet dicht en was de eerste koppijn van deze reis ook een feit. Dit noemen ze ook wel hoogteziekte. Al was het een maar een lichte vorm. Je merkt dan dat je op flink wat meters boven zeeniveau zit. San Pedro zelf is zeg maar een soort zanddorpje in de Atacama woestijn, erg in trek bij toeristen omdat dit een goede uitvalbasis is om het schitterende gebied te verkennen. Tevens is dit de meest droge plaats op aarde. In 750 jaar valt hier evenveel regen als gedurende 1 jaar in Nederland. Water is hier dan ook schaars. Ik besloot de eerste dag een mountainbike te huren en naar Valle de la Luna te fietsen. Je fietst zeg maar door een woestijn omringt door bergen, hier en daar kun je afstappen en een berg op lopen. En ik moet zeggen dit was letterlijk een hoogtepunt. Opeens sta je alleen op het topje van een berg, letterlijk muisstil en een uitzicht van heb ik jouw daar. Pfff ongekend was dat. Daarna nog door gefietst naar een zoutvlakte waar tevens ook “not a single f*cking tourist” was. Wederom episch. Op de terugweg kwamen de toeristenbusjes mij tegemoet rijden. De zonsondergang blijkt hier ook schitterend te zijn, daarom dat veel toeristen om een uurtje of 5 massaal (georganiseerd) de vallei intrekken. Ik koos ervoor om hier (iig vandaag) geen onderdeel van uit te maken. Het is echt zoveel vetter om zulke momenten mee te maken zonder dat er een horde foto-makende toeristen bij zijn. Ook het feit om met de fiets te gaan gaf ook veel meer voldoening dan met een auto. Op de terugweg heb ik echt wel gedacht “zat ik maar in die auto” maar de zadelpijn en een zieke afdaling met 60km/h was het meer dan waard. Bij die laatste ben ik trouwens blij dat ik er heelhuids vanaf ben gekomen. De volgende dag heb ik wederom een fiets gehuurd en heb ik voornamelijk door rotsformaties gefietst. Ook mooi maar minder spectaculair. En mijn kont begon ook echt pijn te doen onderhand. Ik had niet echt een beeld van San Pedro maar beschouw het nu als een van de mooiste plaatsen waar ik ben geweest. Die avond besloten om een 3 daagse excursie naar Uyuni in Bolivia te boeken voor de volgende dag. Ik had hier goede verhalen over gehoord en het leek me ook een geschikte manier om vanuit Chili naar Bolivia te reizen. Ik had niet de intentie om veel van Chili te zien, dit heeft te maken met keuzes die je moet maken. De Uyuni tour; met een 4WD cross je dan door een uitgestrekt landschap wat voornamelijk bestaat uit rotsen, zand en bergen. Onderweg zie je rotsformaties, vulkanen, geisers, lagunes en hoge bergtoppen. We waren met twee groepen van zes personen. De hele trip was goed geregeld en de groep bestond uit leuke personen. Georganiseerde tours zijn trouwens de perfecte manier om andere reizigers te ontmoeten. Nadeel is dat het toeristen-gehalte meestal ook erg hoog is. Sta je met z’n allen op dezelfde plek wat het dan toch net wat minder uniek maakt. Maar soms ontkom je er niet aan als je een bepaalde plek wilt zien. De tour eindigde op de zoutvlakte van Uyuni. Dit was vroeger een groot meer, maar het water verdampte en alleen het zout bleef liggen. Dit geeft een nogal surrealistisch beeld als je hier bent. We waren om half 5 opgestaan om de zonsopgang te zien. Prachtige foto’s leverde dit natuurlijk op. Ook een hoop belachelijke trouwens, dit omdat de diepte ontbreekt. Je staat immers midden op een witte vlakte waar geen eind in zicht is. We hebben ons hier de hele dag nog vermaakt. Tevens cactuseiland bezocht. Dit is precies wat de naam zegt, het is speciaal omdat de cactussen nogal groot zijn en het midden op een witte zoutvlakte ligt. De 3 daagse trip eindigde rond 4 uur, daarna koos iedereen zijn eigen weg. Ik was van plan om één nacht in Uyuni te blijven, maar toen we hier binnenreden veranderende dit plan snel. Een dorre vlakte met wat stenen waar mensen in wonen. Hier zag je direct dat je in het meest arme land van Zuid-Amerika was gearriveerd. Was even slikken in onze Europees-georiënteerde auto. Drie uurtjes verderop ligt Potosi. Een erg leuk plaatsje, met straten en pleintjes die ietwat Europees aan doen. Dit was een beter alternatief, dus besloten daar een paar dagen te blijven. Ik ben veelal opgetrokken met een Engels stel die ik tijdens de Uyuni tour heb leren kennen. Potosi staat bekend om haar zilvermijnen. De tweede dag samen met Rob de zilvermijn ingetrokken. Deze nog steeds actieve mijn heeft Potosi maar ook Bolivia op de kaart gezet. Het zilver dat hier gevonden wordt is nog steeds een belangrijke inkomstenbron voor het land. Het bezoeken van de mijn is voor veel bezoekers nogal confronterend, omdat je een beeld krijgt in wat voor slechte omstandigheden de mijnwerkers werken. Donker, veel stof, weinig zuurstof en kans op instortingsgevaar. Veel mijnwerkers worden daardoor niet ouder dan 50 jaar. De tour werd geleid door een ex-mijnwerker die ons naast veel relevante informatie ook op ons gemak stelde. We eindigden uiteindelijk rondom de beschermheer van de mijnwerkers met een flesje 96% alcohol en kauwend op coca bladeren. Dat gekauw op die bladeren snap ik nog steeds niet. Het is niet heel smaakvol ofzo en het geeft ook maar een beperkt ‘verdovend’ gevoel. Maar volgens de gids is dit de Boliviaanse cultuur, ‘They just do it’. Daarnaast zou het helpen tegen de pijn, als je die hebt. Vervolgens ben ik naar Sucre, de hoofdstad van Bolivia gereisd. Qua uitstraling hetzelfde als Potosi alleen dan groter. Zo zijn er veel gebouwen, cathedralen en pleinen die er prachtig uitzien. Ideaal om enkele dagen te verblijven. Wat mij hier het meest zal bijblijven is de ‘mercado central’, dit is een grote indoor markt waar voornamelijk voedsel wordt verkocht. Fruit, groente, vlees, gebak noem maar op. Hier heb ik regelmatig voor 8 bolivianos oftewel 1 euro een ‘jugo de frutas’ gehaald. Kun je kiezen welke fruit je wil icm melk of water. Heb je een verse smoothie incl. gratis refill. Knalde ik er ook nog wat havermout doorheen en dan had ik een top ontbijt. Witbrood met jam of dulche de leche (caramelpasta) ben je na een week ook echt zat. Gelukkig biedt Bolivia vergeleken met Argentinië veel meer gezonde alternatieven. Buiten het fruit om was ik wat huiverig om andere dingen te proberen omdat er hier niet erg op hygiëne gekeken wordt (HahahaCCP). Vlees, vis en kip wordt niet echt koel bewaard ofzo, het ligt gewoon op de toonbank. Omdat de stalletjes vrij klein zijn zie je ook hoe het vlees recht van het varken of koe wordt afgesneden. Daarbij wordt niets verspild, zo zie je de neus, kop of staart van het beest ook gewoon in de ‘vitrine’ liggen. Wat je trouwens niet moet doen in Sucre is bij een Franse bistro gaan eten. Ik had net gesport en wilde even snel wat eten. Dus ik bestelde een hoofdgerecht met vlees + zo’n fruitdrankje. Nou die kop van die Fransman; of ik niet even wijn wilde bestellen!? Nou nee, dat was ik niet echt van plan. Zaten nog 6 andere Fransen in de bistro en die zeiden dat mijn gekozen combinatie ‘not done’ was. Nou stel dat ik als klant warme melk met geprakte bananenschillen wil dan hoor ik dit te krijgen toch. Klant is koning ging niet op bij deze dude. Vervolgens krijg ik een bord onder mijn neus waar veel Franse chef-koks van zouden huilen. Over de rekening was echter geen twijfel naderhand. Vanaf dat moment Frankrijk afgezworen. Alhoewel ben de dagen daarna nog even teruggegaan om illegaal gebruik te maken van hun WiFi (*gnifgnif). Na 3 dagen in Sucre naar La Paz gereisd. La Paz is de hoogstgelegen hoofdstad ter wereld (3,6km boven zeeniveau). Het ligt ook letterlijk in de bergen. Ik heb geen last gehad van hoogteziekte (op koppijn in San Pedro na), mede omdat ik langzaam aan de hoogte heb leren wennen. De weg naar Las Paz was hachelijk. Ik zat weer in een nachtbus die om 6uur s’morgens plots stil kwam te liggen. Iedereen moest uitstappen, toen ik vroeg wanneer de volgende bus ons op kwam pikken zei de chauffeur dat deze niet kwam. We moesten die laatste 2uur maar liften zei hij. Haha wat?! Ja daar ging toch echt het eerste duimpje omhoog. Uiteindelijk opgepikt door een bus die nog wat bolivianos aan ons kon verdienen. Aangekomen in La Paz is het direct chaos. Verkeer is een puinhoop, straten gevuld met mensen, overal verkopers. En het meest irritante, auto’s blijven maar toeteren. Dit doen ze voornamelijk om aan te geven dat ze voorrang gaan nemen. Misschien een idee om verkeersregels te bedenken zoals ‘rechts gaat voor’ ofzo. Nu werd ik regelmatig om 7uur s’ ochtends mijn bed uitgetoeterd. Op en gegeven moment wen je er gelukkig aan. In La Paz zitten de mensen ook massaal op straat om voedsel of prullaria te verkopen. Dit zijn voornamelijk oude vrouwtjes in traditionele klederdracht. Die zie je echt heel veel hier. Maargoed, meestal probeer ik een plaats zo snel mogelijk te leren kennen door wat rond te lopen en om heen te kijken. En bij La Paz kreeg ik al gauw deze gedachte; “waar is iedereen in godsnaam mee bezig?!” In de route van mijn hostel naar waarschijnlijk een sportschool of eetgelegenheid zie ik: de meest oude mensen bergopwaarts sjouwen met een inmens grote zak op hun rug (dan denk ik; verzin iets! Bijv. een kar), voor de 4e keer op één dag worden aangesproken door dezelfde gast of ik drugs wil kopen (waarschijnlijk slechtziend), zwaar trippende hippies op de stoeprand (goddamn hippies!) en ohja… een travestiet die wordt weggejaagd door een dame in traditionele kledij (wtf). Tel daarbij de chaos en de vele onlogische dingen op en je begrijpt wat ik bedoel. La Paz is een arme stad maar president Evo Morales heeft een hypermoderne Zwitserse stoeltjeslift laten bouwen zodat iedereen makkelijker van A naar B kan. Oké het is absoluut bruikbaar en het moet de verkeerschaos wat terugdringen, maar het matched totaal niet met de economische status van de stad. Het uitzicht dat je hebt wanneer je met zo’n lift boven op de berg bent aangekomen is natuurlijk wel weer prachtig. Je kijkt over de gehele stad uit, dan zie je duidelijk dat La Paz een berg stad is. Ik verbleef hier in een hostel met alleen maar Israeliërs, daar heb je dus helemaal niks aan want die spreken alleen hun eigen taal; Hebreeuws. En trekken alleen met hun eigen volk op. Daarnaast hoor ik regelmatig van andere reizigers dat zij zeer onbeschoft zijn. Hier in Santa Cruz heb ik één Israeliër ontmoet die direct zijn excuses aanbood toen ik zei dat ik in een hostel met alleen maar Israeliërs had verbleven. Gelukkig deelde ik een kamer met een Boliviaan. Super aardige kerel, die hier aan het werk was. Ofja overdag sliep hij en s’nachts ging hij z’n centen verdienen… Nabij La Paz ligt de gevaarlijkste weg ter wereld; Ruta de la muerte, oftewel Death road. Deze 70km lange weg loopt dwars door de bergen (obviously) en is in slechte conditie. Op sommige plekken is de weg maar 3,5 meter breed (tweerichtingsverkeer). Wat de weg zo gevaarlijk maakt is de kilometers lange afgrond die aan de weg grenst. Een vangrail is er ook niet. Dit eisde per jaar 300 dodelijke slachtoffers. Daarom is in 2006 besloten de weg te sluiten en een nieuwe veiligere weg aan te leggen. Death road is vanaf dat moment voornamelijk een toeristische attractie geworden. Met een mountainbike ga je downhill door een schitterend gebied. Je begint boven in de koude bergen en eindigt in het benauwde subtropisch regenwoud. Onderweg tik je soms wel snelheden van 80km per uur aan. Dit was absoluut een van mijn hoogtepunten tot nu toe. Ook wel fijn dat ik het heb overleefd trouwens. Een remfoutje is zo gemaakt namelijk en de afgrond is dus dodelijk. Onze gids vertelde naderhand dat het wel eens is voorgekomen dat ze op het einde van de dag een persoon miste... Ondanks dat is de afdaling op Death road hetgeen dat ik zonder twijfel nog eens over zou willen doen. Toen we La Paz daarna weer binnenreden bevestigde een medereiziger ook nog even de gedachte die al dagen had; “wtf is everyone doing!? Get your shit together!” Nogmaals La Paz is gewoon echt een kapot wazige stad haha. Ik vond het dan ook wel weer tijd om te vertrekken. Mijn volgende doel was het bezoeken van de Amazone. Dit wil ik minimaal 1x in mijn leven meemaken. Dit wordt óf über kut óf fantastisch. Nu is er een plaatsje genaamd Rurrenabaque dat als toegangspoort geldt voor de Boliviaanse jungle. Dit is wel echt een ‘gringo’ route en om heel eerlijk te zijn stootte mij dit af. Dus ik Googlede op wat alternatieven en kwam uit op 2 nationale parken in het oosten van Bolivia. Hierop besloten om naar Santa Cruz te reizen, van daar uit zouden er minder toeristische tours moeten vertrekken. Busreisje was een goede 18 uur vanuit La Paz en koste iets van €12,-. In Argentinië betaalde ik nog €100,- voor hetzelfde aantal uren. Argentinië is achteraf een duur land gebleken, vooral als ik het nu vergelijk met Bolivia. Lekker goedkoop hier. Aankomst in Santa Cruz, de stad met de meeste inwoners van Bolivia. Wat direct opvalt is dat dit gedeelte van Bolivia erg verschilt met het gedeelte waar ik vandaan kwam. Je ziet nog maar weinig typische Bolivianen, de chaos is afgenomen, de omgeving is anders, het doet over het algemeen wat “moderner” aan hier. Als Europeaan val je hier bijna niet op. Ik besluit voor 1 nacht te boeken bij “La Jara Hostel”, met de intentie om de volgende dag direct een tour te boeken naar de Amazone. En nu komt de grap; de volgende dag laat de touragency weten dat de eigenaar van de parken die dag heeft besloten om beide parken te sluiten voor toeristen. De parken staan vol met water en zijn niet meer begaanbaar. Mijn plannen konden dus direct de prullenbak in. Nu zat ik in Santa Cruz, een stad die veelal wordt genegeerd door reizigers omdat er niet bijster veel te doen valt. En daar hebben ze gelijk in. Op één ding na dan; het nachtleven is hier bruisend. Nu ben ik niet echt een stapper, maar hier is het dan ook net ff wat anders dan in Nederland. Het sociale aspect ligt hier veel hoger. Zo zijn er speciale ‘language exchange’ avonden waar locals en toeristen bij elkaar komen om elkaars taal machtig te worden. Ideaal om mensen te ontmoeten en mijn Spaans bij te spijkeren. Dit heeft mij al veel leuke contacten opgeleverd. Daarnaast is het hostel trouwens über chill, een zeer huiselijk gevoel hier. De combinatie hostel, chille mensen, nachtleven en toch ook een beetje de stad zelf heeft er voor gezorgd dat ik hier inmiddels al dik 2 weken ben. Dat is veel langer dan dat ik vooraf in gedachte had. Maar wat geeft het, afreizen naar Santa Cruz was een van de beste besluiten die ik tot nu toe heb genomen. Toch ga ik hier snel mijn spullen pakken omdat er nog zoveel meer te zien is. Ik zet mijn zinnen voorlopig op ‘going full Bear Grylls’ in de Amazone, als zijnde mijn volgende bestemming. Maar als ik ergens ben achter gekomen tot nu, is dat niets zeker is wanneer je reist.

1 Reactie

  1. Mama:
    6 juni 2017
    Wat een prachtig reisverslag weer Kees. Fijn dat je het allemaal weer hebt doorstaan ,maar het blijft toch opletten hè ! Die oude mensen met die grote zakken op de rug zal waarschijnlijk een compensatie van de sportschool zijn . Nou lieverd het ga je goed en houdt ons op de hoogte xxx papa, mama en Neeltje